Met de billen bloot in het gras

Met de billen bloot in het gras
Gisteren, vroege namiddag, ergens tussen *** en ***. B**** en ik zaten met de voeten in het frisse water van één van de plaatselijke riviertjes (ik onthou nooit welke het hier precies is). De zon scheen genadeloos op onze huid, zoals ze dat dit voorjaar al wel vaker heeft gedaan, tegen vele meteorologische verwachtingen in. De zon is één van die dingen die je niet tegenhoudt.

B**** is oorspronkelijk van Sierra Leone, diep in het zwarte Afrika. Sinds zijn twintigste, een kleine tien jaar nu, woont hij in België en zien we elkaar af en toe. Soms met enkele van zijn Afrikaanse vrienden, soms ook met zijn vriendin, vaak ook alleen wij tweeën. ‘s Winters allemaal samen op zijn appartementje in de hoofdstad, in de zomer fietsen hij en ik weleens de landelijke bossen in.

Ook nu zo. Hele voormiddag gefietst, rijwielen aan de kant gegooid en het bos in. Omdat er zaad in mijn oog terecht was gekomen, waren we een stukje teruggelopen naar de stroom. Daar waren we de oever afgedaald en had ik met veel moeite en al te troebel water mijn oog gespoeld tot de pijn minder was. B**** de hele tijd schaamteloos lachen en waterspatten. De snoodaard. Daarna zaten we dus naast elkaar met onze voeten in het frisse water.

– Waar ben je?
– Huh?
– Waar je bent.
– Hier.
– Right.

Er valt een stilte. We kijken alleen maar ongeïnteresseerd voor ons uit. Een drietal puberjongens van Marokkaanse origine hebben ons opgemerkt en hangen over het stuur van hun fiets aan de rand van het bos. Ook zij kijken, maar dan met merkelijk meer interesse. Ze gedragen zich stoer maar zijn bedeesd. Eentje wijst in onze richting, de anderen lachen. Daarna kijken ze weer gewoon.

– You’re not really here. You were miles away, earlier. As a matter of fact that’s why I hit your eye.

Hij lacht weer onbedaarlijk.

– Misschien. Ik voel het niet meteen.
– Ik anders wel. I could definitely feel it.

Weer die lach.

– You are tense, man! I took ages before I was in. You’re so not relaxed.
– You were not exactly rock hard yourself. Maybe it’s just that.
– It’s not that, man, you know it.
– Maybe you’re right, yeah. Ik ben wel gespannen de laatste week. Weken.

In mijn normale doen is het al moeilijk om mij helemaal te ontspannen. Fysieke schending van de eigenheid maakt het niet gemakkelijker. Ook al draagt het in zich het genot van de totale lichamelijke onderwerping.

Mijn eerste ervaring met de intensiteit van de lichamelijke mannenliefde – op één van de nachtelijke wandelingen in mijn blootje in mijn studententijd – was onvoorbereid en een fiasco. Toch kon ik het niet uit mijn hoofd zetten – noch uit de rest van mijn lijf. Gefascineerd door de ruwe esthetiek van de fallus uit de pornoblaadjes en aangetrokken door een sporadische hang naar onderdanigheid, heb ik nachtenlang naakt door de parken gedwaald ter verlokking van een schanddaad. Tot ik uiteindelijk te schande werd geduwd aan de onstuimige penis van een driftige veertiger. Later volgden andere onstuimige en niet minder driftige jongens en mannen. En gaandeweg heb ik mij leren geven. (Op een memorabele nacht zelfs aan een half studentenhuis tegelijk. Metterdaad geeft alles natuurlijk ook meer mee.)

Het werd een tweede natuur en ik heb een handvol vrienden waar ik mij met regelmaat en diep genot aan overgeef. De adrenalinestoot is overweldigend en met de bevrediging naderhand komt ook de relaxatie, telkenmale weer. Het is een verslavende fysieke aanvulling geworden op de echte liefde, de emotionele liefde, die ik enkel met een vrouw kan delen.

– What’s holding you back, then? Een vrouw?
– Yep. Een vrouw. Een meisje. Een jongedame. As usual.
– Vertel.
– Ach, wat is er te vertellen. Ook zoals altijd – niets. Ze is niet aanwezig genoeg in mijn leven en ik ben niettemin te aanwezig in dat van haar. Discrepantie. Onevenwicht. Geen harmonie.
– Pfew. Heavy shit.

We barsten allebei in lachen uit. De jongens hebben ondertussen hun fietsen achtergelaten en zitten nu op een bermpje naar ons te kijken. Wij kijken terug. Wij zwijgen. Zij praten geagiteerd met elkaar. Eentje staat uiteindelijk wat aarzelend recht en loopt op B**** en mij toe. We blijven zwijgen. Dat is waarom ik zo graag met B**** optrek, we durven zwijgen.

De jongen staat voor ons, op de andere oever, geen twee meter ver. Hij wil aarzelen, maar herinnert zich dat hij stoer moet zijn voor zijn kameraden en steekt van wal.

– Hai.
– Hai.

B**** leunt uitdagend achterover, plant zijn ellebogen stevig in het oevergras. De kerel kijkt en vervolgt zijn verhaal.

– Wij zagen jullie.
– Wie is ‘wij’?
– Mijn vrienden en ik.

Hij kijkt om naar het achtergebleven duo. Alsof we niet al wisten over wie het ging.

– Wij zagen jullie hier zitten.
– Juist, ja. En wat doen jullie hier?
– Niks. Zomaar. Fietsen.
– En naar ons kijken.
– …
– Hoe oud zijn jullie?
– Veertien – ik bijna vijftien.
– En jullie hebben niks beters te doen dan hier rondhangen? Fietsen. Zomaar.
– Nee…
– Zoals achter de meisjes zitten, bijvoorbeeld?
– …
– Of mag dat niet van de Koran?
– Dit mag niet van de Koran!
– …
– Jullie! Wat doen jullie hier?
– Hey hey. Wij zitten hier gewoon. Rustig in de zon met de voeten in het water. Te praten.
– En…
– En wat?
– …

B**** haalt met zijn rechtervoet uit, een flinke spat rivierwater raakt de jongen in het gezicht. Zijn vrienden op de berm lachen vol leedvermaak. Hij kijkt om en roept hen vermanende taal toe. Marokkaanse taal. Hij kalmeert en richt zich weer tot ons.

– Doen jullie het?
– Doen wij wat?
– Je weet wat. Het.
– Het. Doen we dat ooit? Klinkt mij zo ordinair dat het wel heel onbevredigend moet zijn. En wij doen alleen bevredigende dingen.
– …
– Zin om erbij te komen zitten? Jij en je vrienden?
– …

De kerel neemt ons een laatste keer van top tot teen in zich op, draait zich om en snelt naar zijn gezellen. Even later zitten ze op hun fiets en rijden ze richting het dorp waar ze ongetwijfeld vandaan kwamen. B**** en ik kijken elkaar weer aan en schieten in de lach. Daarna gaan we verder waar we onderbroken werden en zwijgen weer. De zon brandt stevig in ons vel.

– Negers kunnen daar tegen, maar ik zit hier te verbranden.
– Woosie!

Lachen alweer. En zwijgen, natuurlijk.

Achter ons op de grindweg stopt een wagen. We kijken om. Vier stevige Marokkaanse twintigers stappen uit en één ervan op ons af. B**** en ik kijken elkaar nog maar eens aan, wat ongerust nu.

– This could spell trouble…
– Shh!
– Don’t shoosh me!
– Hey, komaan…

De Marokkaan staat boven ons op de oever. Ik sta op en draai me naar hem toe, B**** volgt mijn voorbeeld. De drie mannen aan de auto kijken ongemakkelijk weg en naar elkaar. De leider echter kijkt ons strak aan en verheft zijn stem.

– Wat doen jullie hier? Wat denken jullie hier zo rond te lopen? Wel?
– Euhm…
– Jullie hebben mijn broertje lastiggevallen! Hoe denken jullie dat te kunnen maken? Homo’s!
– Hé, wij hebben helemaal niemand lastiggevallen. Wij hebben hier de hele tijd gewoon gezeten. En wij zijn geen homo’s!
– Mijn broertje zegt: die obscene mannen hebben ons lastiggevallen. Mijn broertje liegt? Is dat wat je zegt?
– Nee, maar… wel, het is niet de waarheid. Volgens mij.
– Ah, en wie denk jij wel dat je bent? Hè? Vuile smeerlap!
– …

Zijn aandacht verplaatst zich van een nakende scheldtirade naar mijn naakte lichaam. Het besef verrast mij als een donderslag bij heldere hemel. Door de opwinding van de woordenwisseling en bijhorende intimidatie, heb ik een knallerd van een erectie gekregen. Verbouwereerd kijkt de Marokkaan naar mijn provocerende schaamstreek. Zijn ogen groot, zijn hoofd loopt rood aan.

– Wat … uh…

Hij brabbelt wat in het Marokkaans en vliegt op mij af. Hij duwt mij, ik val achterover in het gras en blijf liggen. Hij is ondertussen slaags geraakt met B**** en door die 1m90 en 95kg zwarte kracht verliest hij allengs zijn evenwicht en struikelt. Hij landt half op mij, zijn gezicht schampt mijn stijve lid. Hij schrikt, roept iets in zijn moedertaal en krabbelt recht. Hij spuwt verontwaardigd in de richting van mijn piemel. B**** zet zich schrap, maar de Marokkaan loopt al naar zijn kameraden bij de auto, schreeuwt enkele bevelen en stapt in. De anderen doen hetzelfde en de auto vertrekt. Grind spat met geweld onder de banden uit. Wij tweeën blijven verdwaasd achter.

– Wat was dat, man?
– Dunno. Angry young man?

Ongemakkelijke lach deze keer. De tensie wil uit mijn lijf niet wijken en B**** brengt mij na een halfuurtje tot rust. De ontlading is bijna ondraaglijk krachtig en alle spanning stroomt uit mij weg. We kijken elkaar aan.

– …

Ik trek mijn knieën op, hef mijn benen in de lucht.

– …

Welhaast moeiteloos brengt B**** zijn geslacht in mij en stoot zich met geweld naar een gezwind en heftig orgasme. Op dat moment zie ik iedereen weer graag. Mannen, vrouwen, blank, zwart – iedereen.

Het graag zien houdt trouwens een flinke tijd intens aan. B**** zal uiteindelijk vier keer klaarkomen, drie keer in mijn kont, zij het vanuit verschillende standjes, en een keer in mijn mond. Altijd weer verbaas ik mij over zijn volumineuze zaadlozingen. Zelfs de vierde keer – hij had al uitgebreid over mijn gezicht gespoten, toen ik hem in de mond nam en mij alsnog bijna verslikte in een flinke klad onbedaarlijk sperma.

Na een halfuurtje dromerig tegen mekaar aan liggen en ondeugend tepelbijten, beseffen we dat we verder moeten. We wassen zweet en zaad van onze lijven in het koude rivierwater en drogen ons met de namiddagzon. We zoeken onze fietsen op in het bos, kleden ons aan en keren naar huis weer.

Na tien minuutjes fietsen – we zijn temidden de weiden, met een enkele taverne op wat honderden meters, stopt B**** en trekt mij van de fiets. Hij duwt mij tegen een weipaal en rukt mijn sportbroek naar beneden. Hij grijpt mijn billen, spreidt ze nogal ruw met zijn duimen en begint te likken. Na enkele natte halen met zijn tong en wat spuwen, is hij tevreden en brengt hij zijn lid in mijn bilspleet. Ik protesteer een weinig – niet enkel pro forma – maar heb geen verweer. Zijn pronte piemel is zo mogelijk nog stijver dan eerder langs de waterkant en met zijn sterke lendenen drijft B**** hem onhoudbaar mijn lichaam in.

Tien minuten lang – misschien wel vijftien, twintig – neukt B**** mij daar rücksichtslos langs de kant van de weg. Ik weet zeker dat de klanten van de taverne ons moeten kunnen zien.

Drie meisjes van een jaar of 14 passeren op de fiets, houden halt en beginnen foto’s te maken met hun mobiele telefoon. Mijn vriend komt in mij klaar en laat zich op zijn knieën zakken. Nog altijd tegen de weipaal aangedrukt, voel ik hoe hij zijn gezicht tegen mijn billen drukt en met een hand zachtjes tussen mijn benen streelt, daarbij een straaltje van zijn warme zaad dat uit mij stroomt uiteen wrijvend. Terwijl de moedigste van de drie brutaal enkele close-ups van het grote zwarte geslacht probeert te maken, kijken de andere twee meisjes mij vragend aan. Zo goed en zo kwaad mogelijk geef ik te kennen dat het oké is.

Het is oké. Mijn kringspier en prostaat zullen enkele dagen pijnlijk aanvoelen, maar het is oké.

Wanneer B**** opstaat, springen de tieners terug op de fiets en verdwijnen. B**** trekt zijn broek op en trekt mijn broek op en drukt zijn lippen tegen de mijne. Zo intens is het dat ik vrees voor nog een erectie en ik duw me weg.

– No, enough now. I’m sorry, but I so wanted to fuck you. I really felt this urge, man…
– I know.
– It’s been a long time since anyone made me come like this, you see.
– …

Ook wij bestijgen weer onze fietsen en begeven ons verder naar huis. Echt, deze keer.

En we zwijgen. Want zwijgen brengt verlossing.

Bir yanıt yazın

E-posta adresiniz yayınlanmayacak. Gerekli alanlar * ile işaretlenmişlerdir